Tripelhuis
Media
Video
Afbeeldingen
Tekeningen
Plannen
Op een dubbele kavel in Deurne bouwden twee opdrachtgevers een groot huis met woonplaats voor drie gezinnen. Eén van de opdrachtgevers woont in de grondgebonden gezinswoning aan de tuin. Twee compacte appartementen met elk een eigen grondgebonden entree en een dakterras bieden ruimte aan twee andere gezinnen. Het dense programma maakt een ruimtelijk interessante puzzel van verspringende verdiepingen met een duplexappartement, een brede rijwoning met vide, en een bijzonder trappenhuis en fijne dakterrassen. De royale doorgang naar de achtertuin werkt als een uitgestelde entree, een alternatief voor de typische anonieme inkomhal. Ze laat toe dat alle bewoners toegang hebben tot de tuin, terwijl ook passanten een glimp naar het binnengebied opvangen. De doorsteek is bewust niet diep, geniet van daglicht en vrijwaart een ruime afstand ten opzichte van de perceelsgrens. De gevels van het tripelhuis schrijven zich in in de art-deco architectuur van de straat met mooie afgeronde hoeken, een genereuze erker en een ambachtelijke baksteenarchitectuur. De verschillende ramen liggen discreet ten opzichte van elkaar en de buur om conflicten te vermijden. Achteraan de tuin bevindt zich nog een paviljoen als bonus: een te delen klushok, clubhuis, repetitieruimte voor overjaarse rockers of een feestzaaltje bij gelegenheid.
Een dankbare conditie is de stedenbouwkundige verspringing van de voorgevellijn die op de dubbele kavel wordt opgelost met een een ‘afgeronde hoek’ en een voortuin voor de rijwoning. De ronde gevel ligt recht tegenover de verspringing aan de overzijde van de straat, maar is hier wél ingezet als architectonisch element: een groot gebogen raam geeft zicht op de straat en maakt van de ‘zijgevel’ ook een volwaardige voorgevel (met zuidorientatie!), in tegenstelling tot de blinde zijgevel aan de overzijde. Een grote erker aan de terugliggende gevel doet mee in het straatbeeld, waar veel andere woningen ook een fraaie erker of een dikke buik hebben. De architectuur van het nieuwe woongebouw zoekt aansluiting bij de buren op een toon die ‘juist in de tijd’ staat. Een rode gevelsteen met geglazuurde plint. Prefab betonnen elementen als lateien boven de doorgang en onder de erker. Keramische dorpels in gebroken wit onderstrepen het houten schrijnwerk. Dakranden, balustrades en de toegangspoort zijn in gebroken wit gemoffeld staal uitgevoerd. Het dakpaviljoen krijgt een lichte bekleding, om deze wat weg te laten vallen tegen de lucht. Alle toegepaste materialen zijn duurzaam en sober, maar vieren tegelijk het métier dat ons nog rest.