De Spoortuin
Media
Video
Afbeeldingen
Tekeningen
Plannen
Het project ontstond in het kader van het masterplan ‘de Tuinen van Puurs’, dat PLUSOFFICE eerder al mocht opmaken. De ontwerpers zochten naar een manier om de dorpskern van Puurs verder te verdichten op een voormalig niemandsland tussen het kerkplein en een verlaten spoorweg. Kernversterking en - verdichting worden vaak als excuus gebruikt om bovenmaatse appartementscomplexen in een dorp neer te zetten. De Spoortuin toont dat kernversterking ook mogelijk is zonder de schaal van het dorp te verliezen. Het resultaat is een kleinschalig woonproject dat bestaat uit drie appartementen met private buitenruimte, een parochiesecretariaat op het gelijkvloers en een centraal gelegen deeltuin. De programma’s worden op één plek gehuisvest op een perceel dat aanvankelijk enkel beschikbaar leek voor een ééngezinswoning.
Het initiatief is ontstaan uit een samenwerking tussen de gemeente Puurs-Sint-Amands en de parochie Sint-Pieter. De gemeente stelde de bouwgrond ter beschikking en financierde het parochiesecretariaat en een appartement voor de pastoor. De parochie financierde van haar zijde de andere twee appartementen, die marktconform worden verhuurd aan jonge starters en gezinnen. De parochiale ruimte wordt bezet door medewerkers van de parochie zelf en opengesteld voor het verenigingsleven. Het parochiesecretariaat is zo ontworpen dat de begane grond later op eenvoudige wijze kan worden omgevormd tot een twee-slaapkamerappartement zonder grote structurele ingrepen.
Met een precieze inplanting van het volume leggen de ontwerpers een nieuwe bouwlijn vast voor de toekomstige bebouwing en omgevingsaanleg. Twee in elkaar geschoven zadeldaken verschalen het volume en geven het de korrelgrootte van de omliggende bebouwing. Bij de ingang van het parochiesecretariaat verbreedt de stoep plaatselijk als toegang tot de werkplekken en ontmoetingsruimtes op de begane grond. De voorgevel met zijn baksteenplint, luifel voor het parochiesceretariaat en lichtjes achteruitgeschoven tweede verdieping passen in een zoektocht naar een gelede en gearticuleerde dorpse architectuur. De kloeke plint krijgt vorm door het metselwerkverband te laten in- en uitspringen. Dit gelaagde spel van baksteenlijnen loopt vervolgens door in de tuinmuren die de collectieve tuin van de publieke ruimte scheiden en tegelijk de warmtepompen huisvesten.
Op enkele kleine ramen na, heeft het gelijkvloerse programma geen directe relatie met de collectieve tuin waar ook de toegangen tot de woningen zich bevinden. Zo blijft het intieme karakter van de tuin bewaard. Vanuit de tuin klimt een genereuze betonnen trap omhoog en de hoek om tot aan het gemeenschappelijk inkomportaal met de drie voordeuren van de appartementen. De inpandige terrassen negotiëren tussen collectief en privaat, én vormen een soort van overgangsruimte tussen tuin en woning. Het hout-aluminium buitenschrijnwerk van de ramen loopt door in de borstwering van deze buitenruimtes maar dan zonder glas. Zo bieden de terrassen het gevoel van geborgenheid tegenover de openheid van de deeltuin. Vanuit de appartementen zijn de inpandige terrassen toegankelijk via grote plooiramen. De vloertegels binnenin lopen quasi naadloos over tot op het terras. Binnenin zorgt de aaneenschakeling van kamers voor een fijne ruimtelijke woonbeleving met zichten op straat én tuin.